ADO-spits Bjørn Johnsen is los na stroeve start in Den Haag

Bjørn Johnsen is nog geen Mike Havenaar, maar over het aantal goals van de spits heeft ADO geen klagen. Hoe goed is de clubtopscorer eigenlijk?

Trefzeker
Met zijn niet al te overtuigende cv leek Johnsen afgelopen zomer niet de gedroomde opvolger van clubtopscorer Mike Havenaar. De 26-jarige Amerikaanse Noor, vorig seizoen slechts vijf keer trefzeker voor het Schotse Hearts, kende een stroeve start in Den Haag en belandde zelfs op de bank. Maar sinds zijn terugkeer in de basis heeft de spits de smaak te pakken. Johnsen is on fire en maakte zaterdag tegen Heracles alweer zijn negende van het seizoen. Na 21 wedstrijden heeft hij al net zo vaak gescoord als Havenaar vorig seizoen in 28 duels. En bij dat aantal zal het niet blijven. Johnsen moet gezien zijn scoringsdrift op minimaal vijftien treffers uit kunnen komen. Dat is een prima aantal voor een spits van ADO. Sinds de terugkeer naar de eredivisie maakten alleen Dmitry Bulykin (21) en Michiel Kramer (17) meer dan vijftien goals in één seizoen. Kramer bleef in zijn eerste jaar ADO steken op zeven.

Geen toeval
Johnsen is een opportunist die het doel onder vuur neemt zodra hij de kans krijgt. Dat bewees hij zaterdag weer toen hij de bal via Heraclesmiddenvelder Jamiro Monteiro gelukkig voor zijn voeten kreeg en meteen met links uithaalde voor de 0-1. Dat lang niet alles wat hij aanraakt in goud verandert, bleek vlak voor rust bij de afgemeten voorzet van Nasser El Khayati. Met iets meer controle had de spits ook voor 0-2 gezorgd. Toch is de soms onbehouwen ogende Johnsen niet per se een kansenmisser, zo blijkt uit statistieken van databureau Opta. Als je kijkt naar ‘Expected Goals’ – een formule waarmee het aantal doelpunt wordt berekend dat iemand moet maken op basis van de kwaliteit van zijn kansen – dan had je van Johnsen 8,6 treffers mogen verwachten. Die negen goals achter zijn naam zijn dus geen toeval. Als afmaker presteert hij naar behoren.

Balverlies
Hoe fraai zijn goal in Almelo ook was, een geweldige wedstrijd speelde Johnsen tegen Heracles bepaald niet. Van alle ADO-spelers die negentig minuten op het veld stonden, had hij de minste (33) balcontacten. En in bijna de helft van de gevallen (16x) verspeelde hij de bal ook nog eens. Als aanspeelpunt doet de spits Havenaar nog niet vergeten. Van de 628 keer dat hij dit seizoen werd aangespeeld, leed hij 249 keer balverlies (40 procent). En dat is te veel voor een speler met zijn fysiek. Johnsen moet zijn sterkte lichaam beter, en slimmer vooral, leren gebruiken. Ter vergelijking: het percentage balverlies van Nicolai Jørgensen is slechts 28 procent, dat van Klaas-Jan Huntelaar en Wout Weghorst 30 procent.

Kopsterk
Door de lucht is Johnsen met zijn 1,95 meter beter aanspeelbaar dan over de grond. Van de 172 luchtduels die hij dit seizoen uitvocht, won hij er net zo veel als hij er verloor (86). Dat is een meer dan behoorlijk percentage, want verdedigers winnen nou eenmaal vaker kopduels dan aanvallers. Slechts vijf spitsen in de eredivisie (Henk Veerman, Vincent Vermeij, Dani Schahin, Luuk de Jong en Jørgensen) doen het wat dat betreft beter dan Johnsen. Een echte kopspecialist is hij echter ook niet. Johnsen scoorde pas één keer, thuis tegen PEC Zwolle, met het hoofd. Ook op dat gebied valt er dus nog veel te verbeteren.