Veel spelers ogen ongeïnteresseerd als het over hun eigen carrière gaat. Vaak komt dat pas als ze gestopt zijn. Vader, moeder of vriendin hebben dan plakboeken bijgehouden. Maar vaak zit er onder die ruwe bolster eigenlijk ook best een trotse speler, die wel degelijk alles precies nog weet.
De Haagse middenvelder Lex Immers (foto) is zo’n speler. Hij lijkt stoïcijns, maar eigenlijk is hij nog steeds dezelfde jongen die als invaller op 27 augustus 2007 de eerste officiële treffer scoorde in het Cars Jeans Stadion. Dertien jaar later is Immers één van de pijlers waar ADO Den Haag dit seizoen om wordt opgebouwd. Na afloop van de eerste oefenwedstrijd van het seizoen 2020-2021, op bezoek bij MVV Maastricht, sprak Haaglanden Voetbal met de 34-jarige speler.
We staan hier op een speciale plek voor jou. Op 10 augustus 2007 stond jij voor het eerst op het wedstrijdformulier van ADO Den Haag.
,,Nou dan heb je je huiswerk niet goed gedaan, want dat was op 7 april al, uit tegen SC Heerenveen. Mijn debuut heb ik twee weken na MVV uit gemaakt. Dat was tegen RKC Waalwijk uit, dat duel eindigde in 2-2.’’
We zijn nu dertien jaar verder, destijds was je nog een jong ventje terwijl je nu tot de routiniers behoort. Als je Evan Rottier ziet bij de selectie, zie je jezelf dan weer terug? Geef je hem nog iets mee voor de wedstrijd?
,,Dat Evan bij de selectie zit, vind ik fantastisch, geweldig. Natuurlijk zeg ik wel iets tegen hem, maar het merendeel weet hij zelf ook wel. Omdat het zo ongelofelijk warm was zeg je wel: Doe rustig aan, geen gekke dingen doen. Voer gewoon de taken uit die je mee krijgt. We zitten nu een week in trainingskamp en de trainer heeft hierin aangegeven hoe we willen gaan spelen. Ik denk dat we dat de eerste helft prima hebben gedaan.’’
Wordt dat nu één van je nieuwe taken, het verlengstuk zijn van de trainer op het veld?
,,Dat was ik de afgelopen drie jaar ook al. Die rol zal niet veranderen voor mij. Ik heb eerder bij jullie aangegeven dat ik in mijn laatste jaren zit, dat is logisch. Ik ben nu 34 jaar, dan weet je dat je richting het einde gaat. Het is ook wel duidelijk dat ik andere jongens moet gaan sturen. En ik moet mijn eigen spel daarin niet vergeten. Ik moet een meer leidende rol gaan spelen.’’
Dan zou je bijna zeggen, de volgende stap is dat je trainer gaat worden. Is dat iets wat jij ambieert?
,,Dat weet ik nu nog echt niet. Daar doe ik geen uitspraken over. Misschien wel, misschien niet. Misschien zeg ik over twee jaar dat ik helemaal klaar ben met de voetbalwereld. Of ik neem een tussenjaar om rust te nemen om daarna weer terug te komen. De tijd zal het leren. Ik heb het al eerder gezegd, naar het verleden kijk ik niet meer. Ik kijk naar de toekomst en wat daarin gebeurt, weet ik niet. Ik ben geen planner, maar wel iemand die heel precies is. Ik ga niet kijken wat er morgen of overmorgen gebeurt, of naar volgend jaar. Ik laat alles op mij afkomen. Ik leef van dag tot dag.’’
Heb je nooit iets gepland in het verleden?
,,Nee, dat heb ik nooit gedaan.’’
Dus je gehele carrière is op het moment daar besloten?
,,Die is gewoon helemaal op z’n plek gevallen. Ik heb daar hard voor gewerkt. Je bent wel een fan of geen fan van mij, that’s it. Op die manier heb ik mij ook kunnen afsluiten van de buitenwereld. Zo heb ik voor mijzelf besloten om te kijken hoever ik het als voetballer zou kunnen schoppen. Voor mijn gevoel heb ik er alles uit weten te halen wat er in zat.’’
Dan straks de start van het nieuwe seizoen. Ben je blij dat er in het Cars Jeans stadion weer is overgaan naar echt gras? Maar dan sta je in Maastricht toch weer op kunstgras.
,,Het nu even niet anders. Kunstgras komen we in de competitie ook tegen. In de eerste wedstrijd van het seizoen al gelijk. Het is niet ideaal. Ik heb de afgelopen seizoen bij ADO ook op kunstgras gespeeld en dat merk ik overal aan. Zeker als je ouder wordt, dan merk je aan je lichaam dat het eraan gaat vreten. Kunstgras is toch een andere ondergrond. Het is allemaal wat stijver voor je rug, je gewrichten. Daarom ben ik ook blij dat de club de stap heeft genomen om weer op echt gras te gaan voetballen. Dat zal zeker aan slijtage schelen. Had de club dat drie seizoenen geleden al besloten, dan had ik misschien nog één of twee seizoenen langer kunnen spelen. Ik ben in ieder geval heel blij dat de beslissing om op echt gras te gaan spelen, is genomen.’’
Wat vond je van de wedstrijd tegen MVV?
,,Ik moet eerlijk bekennen dat ik na rust weinig heb gezien. De stukjes die ik heb gezien, had ik het idee dat we het iets lastiger hadden. Maar dat is geen schande. Na rust speelden voor het merendeel de nieuwe jongens. Alles heeft tijd nodig. We zijn pas twee weken bezig in de voorbereiding. Het kan nooit goed en foutloos zijn binnen deze periode. Nieuwe trainer, nieuwe staf, alles is nieuw bij ADO. We willen iets neerzetten, iets bereiken. Ik wil vorig seizoen vergeten, maar dan moet je toch weer terugkijken. Ik heb dan toch revanchegevoelens en wil ik iets rechtzetten naar iedereen en zeker naar mijzelf. Als ik in de spiegel kijk, dan was ik gewoon niet tevreden. Ik ben een type speler die nooit opgeeft. Dat heb ik vorig seizoen ook niet gedaan, maar op een gegeven moment zat je in een negatieve spiraal waar we niet meer uitkwamen. Wat we ook deden. Dan liepen we het veld op met zin en het gevoel om het om te draaien. Dat lukte dan niet en kregen we weer een tegenslag. Dit seizoen is er iets heel nieuws in gang gezet. Als ik naar mijzelf kijk, heb ik met deze nieuwe staf voor een heel groot gedeelte het plezier weer teruggevonden. Bereidheid heb ik altijd gehad, dus daar ligt het niet aan. Het plezier is weer terug, speellijnen zitten er weer in. We zijn met iets bezig om een bepaalde manier te spelen. Dat heb ik de eerste helft zeker terug gezien.’’
Klopt het dat het allemaal wat compacter op elkaar staat. Bij balverlies staat alles dicht op elkaar?
,,Ook dat, maar ook de bepaalde loopactie en speellijnen die de trainer wil zien. Daar hebben we de afgelopen anderhalve week op getraind. Dat heb ik in de eerste helft terug gezien. Het is op een bepaalde hoogte van het veld en dat moeten we uitbouwen richting de goal. We hebben geteld dat we voor rust bijna twintig voorzetten in de box hadden. Dat hebben we vorig seizoen gemist. We kwamen toen gewoon niet voor de goal en daarom schortte het aan onze doelpunten. Als je niet scoort en je krijgt iedere wedstrijd één doelpunt tegen, dan verlies je alles. Daarom heb ik er alle vertrouwen in dat we dit seizoen het gewoon gaan omdraaien. Het is al heel positief dat we zoveel voorzetten hebben van zowel links als rechts. De manier van spelen, energie, de bereidheid voor elkaar te vechten, nieuwe jongens, vers bloed. Ik ga heel positief het seizoen in.’’
Als je de voorbereiding bekijkt dan zijn het alleen maar ploegen uit het betaalde voetbal, geen amateurs. Vind je het jammer dat er dit seizoen geen Laakkwartier bij zit?
,,Ik ben blij met deze zware tegenstanders in de voorbereiding. Natuurlijk heeft Laakkwa ook zo zijn charmes, laten we dat niet vergeten. Het zijn de wedstrijden waar mensen keihard voor werken met vrijwilligers van de club. Maar nu met het Coronavirus worden juist dat soort wedstrijden veel lastiger. Je moet het ook niet opzoeken. Aan de andere kant is het ook leuker om tegen ploegen te spelen van ons niveau of ploegen die in principe kwalitatief beter dan ons zijn. Dat maakt ons fitter en brengt ons ook naar een hoger niveau. Dat was vorig seizoen ook een puntje dat minder was. We hadden een moeilijke voorbereiding, omdat we tegen kleinere ploegen speelden en niet echt een wedstrijd hadden van ons niveau. In de eerste wedstrijd van het seizoen, thuis tegen FC Utrecht, stonden we snel 2-0 voor. Uiteindelijk geven we die wedstrijd met 2-4 nog weg. Dat had puur te maken met fitheid en het ontbreken van wedstrijdritme. Dat breekt je gewoon op en dat hebben we vorig seizoen ook gemerkt, die matige voorbereiding.’’
Je haalt het Coronavirus al aan, we zitten in een gekke tijd. Jullie zitten bijvoorbeeld niet in de kleedkamer voor de uitploeg.
,,Nee, we kleden ons om in de kleedkamers van een sporthal achter de lange zijde. We zitten verspreid over een drietal kleedkamers. Het is apart, maar het moet. We zijn er al heel snel aan gewend. We letten heel goed op de regels die we moeten volgen. We zijn er heel erg streng op. We hebben natuurlijk een tweetal besmettingen gehad vorige week. We houden ons streng aan de regels. In het hotel liep iedereen met een mondkapje op. We zorgen dat we 1,5 meter uit elkaar blijven. Als we zorgen dat we zelf geen nieuwe besmettingen meer hebben, dan moet alles goed komen. Gaan we lekker door met trainen, onze wedstrijdjes spelen en op weg naar de competitie.’’
Hoe kijk je nu terug op de week in Mierlo?
,,Ik ben absoluut zeer positief gestemd over deze week. We hebben hard gewerkt met veel energie. We hebben op bepaalde punten gewerkt en die zijn teruggekomen in de wedstrijd tegen MVV. Je ziet dat iedereen fitter raakt. We beginnen elkaar te leren kennen, de groep wordt hechter. We raken op elkaar ingespeeld. Ik zie de competitie positief tegemoet.’’
Tekst: Glenn Duijzer