Als de dagen korter worden en de avonden donkerder, raakt Michel Adam (53) traditioneel in zijn element. De voormalig prof van FC Den Haag is tegenwoordig vuurwerkhandelaar. Of, zoals hij zegt, vuâhwerkhandelââh. In de wasserette die hij eveneens bestiert, staan liefhebbers komende tijd weer in de rij met hun bestellijstjes. ,,De cakeboxen met 200 shots, die gaan ’m helemaal worden dit jaar”, onthult de Haagse clublegende. ,,Die knallen nog harder dan al dat illegale spul bij elkaar. Aanrader.”
Zijn liefde voor vuurwerk zit al jaren diep. Bijna net zo diep als die voor zijn geboortestad Den Haag. Adam herinnert zich nog een wedstrijd bij Excelsior, jaren 90. De verdediger was, niet voor het eerst in zijn loopbaan, geschorst. Toch reisde hij naar Rotterdam, de gouden halsketting als gewoonlijk over zijn leren jack getrokken. In zijn kofferbak geen extra shirt tegen de winterkou, maar een lawinepijl. Die pijl, een mengsel van perchloraat, zwavel en metaal, spatte kort voor de aftrap vervolgens uiteen boven Woudestein. ,,Ik zie mezelf dat ding nog over dat stadion jagen vanaf de parkeerplaats”, zegt Adam. ,,Geen mens heeft ooit geweten dat ik dat was. Geeft ook niet. Ik vind dat geknal gewoon kickûh.”
Vandaar dat hij na zijn loopbaan al snel zijn eigen (legale) vuurwerkhandel begon, ‘Adams Vuurwerk’. Al ging dit minder makkelijk dan hij het nu doet voorkomen. Vier arrestaties vanwege illegaal vuurwerkbezit gingen aan de opening vooraf. ,,’Mies’, zei mijn vrouw na die laatste arrestatie. ‘Ik ben er klaar mee om je elke keer weer uit die cel te moeten ophalen’. Zij regelde een zaak voor me die al een vergunning had. En die heb ik nog steeds. Lekkâh met vuurwerk bezig zijn, heerlijk joh. Precies zoals ik dat als voetballer al deed.”
Je ziet het Luuk de Jong of Perr Schuurs niet snel doen, met een boodschappentas vol cobra’s, matten en strijkers de kleedkamer in wandelen. Voor Adam was het in die tijd net zo vanzelfsprekend als zijn voetbalschoenen aantrekken. ,,Ik weet nog dat ik een keer zo’n wc-pot had opgeblazen in het Zuiderpark”, zegt Adam, met een ernst alsof hij de miljoenennota voorleest. ,,Rokûh jongûh, die pot. En stinkûh.”
Adam kan een grijns niet onderdrukken wanneer hij trainers of voetballers van nu hoort praten over arbeid-rust-verhouding. Hij, spijkerharde verdediger, hoefde nooit rust. Als PTT-postbezorger liep hij dagelijks zijn vaste wijk. En tijdens zijn wedstrijdvoorbereiding, die zich standaard afspeelde in de Haagse nachtclub The Crusader, was hij eveneens vol in beweging. ,,Vieuxtje in de klauwen, peukie in de bek en lekker naar die wijfies loeren tot vier uur ’s ochtends”, memoreert hij. ,,En dan een puur uurtjes later er stevig in kleunen tegen gasten als Bergkamp en Romario. Ging altijd goed.”
Nou ja, toen zijn trainer Co Adriaanse eens lucht had gekregen van zijn uitstapjes, bleek een leugentje om bestwil eenmalig noodzakelijk. ,,’Co’, zei ik, ‘het was mijn tweelingbroer Roberto die door die hoerenkeet liep’. En feitelijk klopte dit ook. Roberto was er namelijk altijd bij.”
Mooie tijden, vindt de langharige vuurwerkwerkhandelaar, die onlangs opa is geworden van kleinzoon Yelino. Heel anders dan nu bij ADO Den Haag, de kleurrijke volksclub die zo nadrukkelijk vecht voor zijn voortbestaan. ,,Ik denk weleens: wat zou het mooi zijn om de hele toko over te nemen. ADO Den Haag, spelend met ‘Adams Vuurwerk’ op de borst. Prachtûg, toch? Maar ja, ze willen er geloof ik twintig miljoen euro voor hebben. Kom ik net vijf euro tekort.”